Uit de serie statige verhalen: januari 2016
Maak kennis met Erik Boelkens, directeur van het familiebedrijf ATROPOS.
De aanleiding van dit interview voor mijn statige verhalenreeks, was een mail die ik ontving van het vroegere klasgenootje van Erik Boelkens, Fokko Haanstra:
Ik citeer een deel van de mail van Fokko Haanstra:
“Ik ken Erik Boelkens sinds 1961, toen wij in dezelfde eerste klas van de lagere school in de Van Beverningkstraat terechtkwamen (toen LHG – Leerschool Haags Genootschap, nu Basisschool Statenwartier), bij juffrouw Ada Dragt – een zuster van de bekende kinderboekenschrijfster Tonke Dragt. Erik woonde indertijd (met z’n vader, moeder en zusjes) in een portiekwoning in de Van Aerssenstraat. Gedurende onze gehele basisschooltijd liepen we dagelijks samen van huis via Statenlaan, Frankenslag en Antony Duyckstraat naar school en omgekeerd.
Behalve via de school, kregen Erik en ik begin jaren 1960 ook onderling contact via de jeugd- en jongerendiensten in de Zorgvlietkerk en via de padvinderij – eerst de welpen (Duinoord-groep), later de zeeverkenners (Vliegende Hollander Groep).”
Kijk, door zo’n enthousiast geschreven mail, moét ik wel op onderzoek uit gaan en kennis maken met Erik Boelkens (1954). De reis is niet ver; Erik woont aan dezelfde laan waar ik woon: de Van Boetzelaerlaan. Al jaren rij ik voor zijn voordeur langs waaraan het bedrijfsbordje hangt: ATROPOS rouwkamers. Het lijkt me leuk om nu eens een kijkje achter dat bordje te nemen.
Erik doet zelf de deur open en nodigt mij uit de trap op te gaan voor het interview. Ik bevind me al gelijk in een groot bedrijfspand. Elke ruimte is volledig zakelijk benut. We gaan aan een grote tafel zitten en ik word bediend met een kopje koffie van één van de medewerkers van ATROPOS.
Het Gezin
Wie is uw vader, wie is uw moeder?
“Mijn vader is Derk Jan Boelkens hij komt uit Uithuizen en mijn moeder is Magchelien Spaans (Scheveningse). Mijn vader had een eigen assurantiekantoor aan huis en mijn moeder was kleuteronderwijzeres. Mijn grootvader, Willem Spaans startte in 1920 met de begrafenis onderneming. Zijn broers zaten in de kolen en vervoer (verhuizingen e.d.) Later groeide dit bedrijf tot een verhuis/transportbedrijf. Mijn overgrootvader was timmerman in Scheveningen. Hij maakte kisten voor de overledenen. Eind 19de eeuw was het zogenaamde ‘dooienfonds’ in opkomst. Mijn grootvader deed in deze verzekeringen en als iemand overleed hielp hij mee om de begrafenis te regelen. Het was eerst een vriendendienst, maar in 1920 werd het professioneel. In 1946 werden de rouwkamers opgericht aan de Van Boetzelaerlaan.” De ouders van Erik die elkaar in de hongerwinter hadden leren kennen, trouwen in 1950 en wonen aan de Suezkade. Erik en zijn 2 jaar jongere zusje zijn in dit huis geboren. In 1960 verhuizen zijn ouders naar de Van Aerssenstraat en hier wordt Eriks jongste zusje geboren. Dit huis ligt vlak bij de rouwkamers en Eriks vader assisteert regelmatig zijn schoonvader als uitvaartverzorger/bedienaar bij de uitvaart.
Schooltijd
Het gezin is Nederlands Hervormd. Veel vriendjes (o.a. ‘de jongens van dr. Buys’ (nu revalidatie arts)) leerde Erik kennen via de zondagschool in de Zorgvlietkerk. Via de kerk werden o.a. diverse zeilkampen georganiseerd waaraan Erik graag deelnam. Erik memoreert nog dat hij het jammer vindt dat uit die hele zondagsschooltijd er niemand meer in deze buurt is blijven wonen.
Erik gaat samen met zijn oudste zus naar de lagere school van het Haags Genootschap. Zijn jongste zus gaat naar de Duinoord school. Uit deze tijd heeft Erik leuke herinneringen aan zijn schoolvriend Fokko; gedurende de gehele lagere schooltijd heeft hij alleen met Fokko opgetrokken.
De HAVO/Atheneum heeft Erik aan het Zandvlietcollege gevolgd. “Ik wilde in eerste instantie voor arts of fysiotherapeut gaan studeren. In de vakanties bleek dat ik als ‘drager’ bij uitvaarten meer kon verdienen dan met tomatenplukken. Met een paar draagjes als drager verdiende ik zo 50 gulden op een dag!” Door het vakantiewerk rolt Erik in het vak. Hij stopt op 18-jarige leeftijd met zijn school en gaat bij zijn vader in het bedrijf werken.
Uitvaartverzorging ATROPOS
(Atropos is de naam van de Griekse schikgodin die beschikt over het afsnijden van de levensdraden. Later heeft het woord de betekenis gekregen van onafwendbaar met een duidelijke verwijzing naar de dood.)
In 1970 neemt Eriks vader het bedrijf ATROPOS geheel over (tot in 1986 hield hij het assurantiekantoor nog aan, daarna heeft hij het afgestoten). Hij leert ontzettend veel van zijn vader. Hij memoreert nog even dat zijn vader goed op de uitgaven van het bedrijf lette. “Hij zei altijd: hebben we het nodig, kunnen we het betalen? Mijn vader werkte heel graag samen met mij.” Het bedrijf gaat mede door Erik meer moderniseren en ze schaffen de eerste fax aan die wel 10.000 gulden kostte! Toentertijd veel te duur, maar het scheelt veel reizen, tijd en het werkt efficiënt. Met deze argumenten, trekt Erik zijn vader over de streep om het apparaat toch aan te schaffen. De moeder van Erik draait in deze periode mee tijdens de bezoekuren van de rouwdiensten. Zijn zussen, met name de jongste, helpen met het opzetten van de koffietafels en bediening.
In 1978 koopt Erik het huis naast het rouwcentrum (ze hadden een afspraak met de buurman: als de buurman zijn huis ging verkopen, kon Erik als eerste een bod doen). Hierdoor krijgt hij meer ontvang- en kantoorruimte.
In datzelfde jaar leert Erik zijn vrouw Elise kennen en ze krijgen 3 kinderen. Een dochter, nu 33, en twee zoons, nu 30 en 22 jaar. Ze gingen alle drie naar de Annie M. G. Schmidtschool in het Statenkwartier. In 1985 komt de andere buurman vragen of de familie het huis (nr 290) wil kopen. Dit wordt het woonhuis van zijn ouders.
Plotseling overlijdt zijn vader in 1992, hij was bijna 65 jaar. Een groot verlies. Als ik hem vraag of hij zelf de uitvaart had geregeld, antwoordt Erik volmondig met “jazeker, het is was een grote eer voor mij. Het is juist niet moeilijk om een dienst voor familie te houden. Je kent de mensen veel beter waardoor je elkaar beter aanvoelt en kan begeleiden”. Een mooie tekening van het portret van zijn vader hangt prominent aan de gangmuur van het bedrijfspand, Erik kijkt vol trots naar hem.
Tot 2007 woont Erik met zijn vrouw en 3 kinderen nog boven de bedrijfsruimte, in 2007 koopt het gezin huis nr 302 aan de Van Boetzelaerlaan. Hierdoor ontstaat er meer scheiding tussen werk en privé, iets waar ze in de loop der jaren steeds meer behoefte aan kregen. Zijn moeder woont nog steeds naast het bedrijfspand en is met haar mooie leeftijd van 87 jaar nog helder van geest, maar wat minder goed ter been. Doordat ze zo dicht bij elkaar wonen, kan de familie de zorgtaken goed combineren.
We sluiten het interview af met een rondleiding door de aaneengeschakelde bedrijfspanden. Voor mij nog een doolhof met trappen, deuren en gangetjes.
Ik merk dat ik toch steeds weer wordt verrast door wat er zich achter de statige deuren van het statenkwartier afspeelt. Zoals hier een goed draaiend familiebedrijf die vol trots mij een kijkje achter hun deur(en) geeft, ondanks de strakke werkschema’s (“Erik, je moet nu echt even die en die te woord staan…”). Ok, ok, ik begrijp het, hoogste tijd om nu echt weg te gaan!
Christa Bergman
Statige verhalen
Uit de serie statige verhalen: januari 2016
Maak kennis met Erik Boelkens, directeur van het familiebedrijf ATROPOS.
De aanleiding van dit interview voor mijn statige verhalenreeks, was een mail die ik ontving van het vroegere klasgenootje van Erik Boelkens, Fokko Haanstra:
Ik citeer een deel van de mail van Fokko Haanstra:
“Ik ken Erik Boelkens sinds 1961, toen wij in dezelfde eerste klas van de lagere school in de Van Beverningkstraat terechtkwamen (toen LHG – Leerschool Haags Genootschap, nu Basisschool Statenwartier), bij juffrouw Ada Dragt – een zuster van de bekende kinderboekenschrijfster Tonke Dragt. Erik woonde indertijd (met z’n vader, moeder en zusjes) in een portiekwoning in de Van Aerssenstraat. Gedurende onze gehele basisschooltijd liepen we dagelijks samen van huis via Statenlaan, Frankenslag en Antony Duyckstraat naar school en omgekeerd.
Behalve via de school, kregen Erik en ik begin jaren 1960 ook onderling contact via de jeugd- en jongerendiensten in de Zorgvlietkerk en via de padvinderij – eerst de welpen (Duinoord-groep), later de zeeverkenners (Vliegende Hollander Groep).”
Kijk, door zo’n enthousiast geschreven mail, moét ik wel op onderzoek uit gaan en kennis maken met Erik Boelkens (1954). De reis is niet ver; Erik woont aan dezelfde laan waar ik woon: de Van Boetzelaerlaan. Al jaren rij ik voor zijn voordeur langs waaraan het bedrijfsbordje hangt: ATROPOS rouwkamers. Het lijkt me leuk om nu eens een kijkje achter dat bordje te nemen.
Erik doet zelf de deur open en nodigt mij uit de trap op te gaan voor het interview. Ik bevind me al gelijk in een groot bedrijfspand. Elke ruimte is volledig zakelijk benut. We gaan aan een grote tafel zitten en ik word bediend met een kopje koffie van één van de medewerkers van ATROPOS.
Het Gezin
Wie is uw vader, wie is uw moeder?
“Mijn vader is Derk Jan Boelkens hij komt uit Uithuizen en mijn moeder is Magchelien Spaans (Scheveningse). Mijn vader had een eigen assurantiekantoor aan huis en mijn moeder was kleuteronderwijzeres. Mijn grootvader, Willem Spaans startte in 1920 met de begrafenis onderneming. Zijn broers zaten in de kolen en vervoer (verhuizingen e.d.) Later groeide dit bedrijf tot een verhuis/transportbedrijf. Mijn overgrootvader was timmerman in Scheveningen. Hij maakte kisten voor de overledenen. Eind 19de eeuw was het zogenaamde ‘dooienfonds’ in opkomst. Mijn grootvader deed in deze verzekeringen en als iemand overleed hielp hij mee om de begrafenis te regelen. Het was eerst een vriendendienst, maar in 1920 werd het professioneel. In 1946 werden de rouwkamers opgericht aan de Van Boetzelaerlaan.” De ouders van Erik die elkaar in de hongerwinter hadden leren kennen, trouwen in 1950 en wonen aan de Suezkade. Erik en zijn 2 jaar jongere zusje zijn in dit huis geboren. In 1960 verhuizen zijn ouders naar de Van Aerssenstraat en hier wordt Eriks jongste zusje geboren. Dit huis ligt vlak bij de rouwkamers en Eriks vader assisteert regelmatig zijn schoonvader als uitvaartverzorger/bedienaar bij de uitvaart.
Schooltijd
Het gezin is Nederlands Hervormd. Veel vriendjes (o.a. ‘de jongens van dr. Buys’ (nu revalidatie arts)) leerde Erik kennen via de zondagschool in de Zorgvlietkerk. Via de kerk werden o.a. diverse zeilkampen georganiseerd waaraan Erik graag deelnam. Erik memoreert nog dat hij het jammer vindt dat uit die hele zondagsschooltijd er niemand meer in deze buurt is blijven wonen.
Erik gaat samen met zijn oudste zus naar de lagere school van het Haags Genootschap. Zijn jongste zus gaat naar de Duinoord school. Uit deze tijd heeft Erik leuke herinneringen aan zijn schoolvriend Fokko; gedurende de gehele lagere schooltijd heeft hij alleen met Fokko opgetrokken.
De HAVO/Atheneum heeft Erik aan het Zandvlietcollege gevolgd. “Ik wilde in eerste instantie voor arts of fysiotherapeut gaan studeren. In de vakanties bleek dat ik als ‘drager’ bij uitvaarten meer kon verdienen dan met tomatenplukken. Met een paar draagjes als drager verdiende ik zo 50 gulden op een dag!” Door het vakantiewerk rolt Erik in het vak. Hij stopt op 18-jarige leeftijd met zijn school en gaat bij zijn vader in het bedrijf werken.
Uitvaartverzorging ATROPOS
(Atropos is de naam van de Griekse schikgodin die beschikt over het afsnijden van de levensdraden. Later heeft het woord de betekenis gekregen van onafwendbaar met een duidelijke verwijzing naar de dood.)
In 1970 neemt Eriks vader het bedrijf ATROPOS geheel over (tot in 1986 hield hij het assurantiekantoor nog aan, daarna heeft hij het afgestoten). Hij leert ontzettend veel van zijn vader. Hij memoreert nog even dat zijn vader goed op de uitgaven van het bedrijf lette. “Hij zei altijd: hebben we het nodig, kunnen we het betalen? Mijn vader werkte heel graag samen met mij.” Het bedrijf gaat mede door Erik meer moderniseren en ze schaffen de eerste fax aan die wel 10.000 gulden kostte! Toentertijd veel te duur, maar het scheelt veel reizen, tijd en het werkt efficiënt. Met deze argumenten, trekt Erik zijn vader over de streep om het apparaat toch aan te schaffen. De moeder van Erik draait in deze periode mee tijdens de bezoekuren van de rouwdiensten. Zijn zussen, met name de jongste, helpen met het opzetten van de koffietafels en bediening.
In 1978 koopt Erik het huis naast het rouwcentrum (ze hadden een afspraak met de buurman: als de buurman zijn huis ging verkopen, kon Erik als eerste een bod doen). Hierdoor krijgt hij meer ontvang- en kantoorruimte.
In datzelfde jaar leert Erik zijn vrouw Elise kennen en ze krijgen 3 kinderen. Een dochter, nu 33, en twee zoons, nu 30 en 22 jaar. Ze gingen alle drie naar de Annie M. G. Schmidtschool in het Statenkwartier. In 1985 komt de andere buurman vragen of de familie het huis (nr 290) wil kopen. Dit wordt het woonhuis van zijn ouders.
Plotseling overlijdt zijn vader in 1992, hij was bijna 65 jaar. Een groot verlies. Als ik hem vraag of hij zelf de uitvaart had geregeld, antwoordt Erik volmondig met “jazeker, het is was een grote eer voor mij. Het is juist niet moeilijk om een dienst voor familie te houden. Je kent de mensen veel beter waardoor je elkaar beter aanvoelt en kan begeleiden”. Een mooie tekening van het portret van zijn vader hangt prominent aan de gangmuur van het bedrijfspand, Erik kijkt vol trots naar hem.
Tot 2007 woont Erik met zijn vrouw en 3 kinderen nog boven de bedrijfsruimte, in 2007 koopt het gezin huis nr 302 aan de Van Boetzelaerlaan. Hierdoor ontstaat er meer scheiding tussen werk en privé, iets waar ze in de loop der jaren steeds meer behoefte aan kregen. Zijn moeder woont nog steeds naast het bedrijfspand en is met haar mooie leeftijd van 87 jaar nog helder van geest, maar wat minder goed ter been. Doordat ze zo dicht bij elkaar wonen, kan de familie de zorgtaken goed combineren.
We sluiten het interview af met een rondleiding door de aaneengeschakelde bedrijfspanden. Voor mij nog een doolhof met trappen, deuren en gangetjes.
Ik merk dat ik toch steeds weer wordt verrast door wat er zich achter de statige deuren van het statenkwartier afspeelt. Zoals hier een goed draaiend familiebedrijf die vol trots mij een kijkje achter hun deur(en) geeft, ondanks de strakke werkschema’s (“Erik, je moet nu echt even die en die te woord staan…”). Ok, ok, ik begrijp het, hoogste tijd om nu echt weg te gaan!
Christa Bergman
Rampspoed
Rampspoed
Bij een ramp denken we meteen aan de MH17. Een toestel neergeschoten boven Oekraïne, geen overlevenden, 298 doden, waaronder 196 Nederlanders. Via via kent bijna iedereen wel iemand die erin zat.
Veel uitvaartondernemers verzorgden een M1l7-uitvaart en maar al te vaak was dat er een van kennissen. Het afgelopen jaar hoorde ik er dikwijls verhalen over en altijd was de strekking: “Wat een impact!” De aanblik van vier kisten naast elkaar in een aula, het binnengaan van een huis waar een heel gezin niet meer in terug zal keren, de rouwstoet van vliegveld Eindhoven naar de Korporaal van Oudheusden kazerne: ook professionals waren aangeslagen. “Die rouwstoet was prachtig’; vertelde de Haagse uitvaart ondernemer Erik Boelkens me bijvoorbeeld, “maar hij legde de lat ook hoog:’
Boelkens praat, meer dan een jaar na dato, nog steeds geëmotioneerd over ‘zijn’ MH17-uitvaart. Over de beslissingen die moesten worden genomen en steeds weer moesten worden bijgesteld. Zo wilden nabestaanden eerst wachten, totdat alle omgekomen gezinsleden geïdentificeerd waren. Toen iedereen na de vakanties bleef vragen of ze al meer wisten, besloten de nabestaanden toch tot een herdenking in september. Later volgde de crematie . Maar ook daarna kwamen ze nog voor vragen te staan, omdat er resten gevonden blijven worden.
Elders in dit nummer leest u een boeiend verslag van een nabestaande. Marieke Poelmann verloor haar ouders bij de vliegramp bij Tripoli en schreef er een ontroerend opiniestuk over, waarop antropoloog Eric Venbrux reflecteert.
Maar we behandelen meer dan de MH17. Met Hans Bleijerveld van het Team Bijzondere Uitvaarten van Monuta blikken we terug op vijftien jaar Nederlandse rampspoed . Funerair historicus Wim Cappers kijkt nog verder terug in de vaderlandse geschiedenis. Ook richten we onze blik op de rest van de wereld, want zoals blijkt uit de Infographic hiernaast: rampen komen niet alleen bij ons voor. Ook elders wordt gerouwd om nabestaanden die bij een ramp omkwamen. We gaan daar later nog eens dieper op in. Rituelenonderzoeker Paul Post, die momenteel rituelen – of het gebrek daaraan – onderzoekt op Lampedusa, meldt alvast in een mail dat hij interessante verschuivingen signaleert en dat rituelen niet altijd zinvol zijn.
Tijdens een rit naar Hilversum sprak ik met Pedro Swier (die al jaren deel uitmaakt van het Landelijk Team Forensische Opsporing) over rampen. Hij zei me dat één ding zeker is: al weten we nooit in welke vorm zich een ramp aandient, dat er nieuwe rampspoed volgt, is onbetwist.
Marjon Wijzen
De Kombinatie 17 september 2014
Naderend einde, een gevoelig onderwerp
Ons naderend einde is een gevoelig onderwerp. Sommige mensen bereiden hun begrafenis helemaal voor. Terwijl anderen er liever niet aan willen denken.
Uitvaartverzorger Erik Boelkens van de firma Atropos vertelt vanuit zijn ervaring waar mensen allemaal aan moeten denken, wanneer een persoon komt te overlijden.
‘Voor de nabestaanden is het belangrijk om te weten dat ze op hun eigen manier afscheid mogen nemen. Vroeger dacht men dat je ziek werd als je een overledene aanraakte. Gelukkig is dit achterhaald.’
Thuis?
‘Als eerste moet men nadenken of men de overledene thuis wil opbaren of in een rouwcentrum. De koeltechnieken voor thuis zijn zo geavanceerd dat zelfs in de zomer de overledene thuis kan blijven. Bij veel uitvaartcentra is het mogelijk als directe familie of vrienden een moment te kiezen om bij de overledenen te zijn naast de vaste bezoekuren.
Ondernemer
‘Het is belangrijk de juiste ondernemer te kiezen. Als de nabestaanden geen idee hebben welke ondernemer ze moeten kiezen, raad ik aan familie of vrienden te raadplegen. Wanneer op het internet gezocht wordt, weet je niet hoe iemand is. De ondernemer heeft als taak de nabestaanden zo te begeleiden dat zij passende keuzes maken. Alles wat de wet toestaat, haalbaar en betaalbaar is, kan uitgevoerd worden. Volgens de wet moet een persoon na 36 uur en binnen zes werkda gen begraven of gecremeerd worden.’
Begraven of cremeren
‘Eerst moet de keuze voor cremeren of begraven gemaakt worden. Bij begraven heb je als nabestaanden een plek waar je heen kunt om te herdenken. Bij cremeren heeft men de as om de persoon mee te herdenken.
Begraven of cremeren
‘Eerst moet de keuze voor cremeren of begraven ge- maakt worden. Bij begraven heb je als nabestaanden een plek waar je heen kunt om te herdenken. Bij cremeren heeft men de as om de per- soon mee te herdenken. De as kan in een urn bewaard ook verwerkt worden in een sieraad of tatoeage of verstrooid worden.’
Kist
‘De kist deze kan in allerlei houtsoorten uitgevoerd worden en eventueel beschilderd worden. De overledene mag in de kist alles dragen. Er mogen ook voorwerpen meegegeven worden. Chemisch afval, telefoons en een pacemaker mogen niet mee begraven worden.’
Dienst
‘De uitvaartdienst valt uit een in twee categorieën. De uitvaart gebaseerd op een bepaalde overtuiging en de herdenkingsdienst. Bij beide diensten is veel mogelijk. De dienst kan ondersteund worden met muziek, foto’s, optredens, toespraken en dergelijke. Bij de dienst kunnen de nabestaanden bepalen wat ze zelf willen doen, zelfs het dragen van de kist.’
Rouwstoet
‘Het vervoer kan eveneens op allerlei manieren. Voor mensen die milieubewust zijn is de fietskar een optie. Er is ook een kar voor achter de motor en een Rouwcaravan. Deze Rouwcaravan kan achter een personenauto zodat men de overledene zelf naar de bestemming kan rijden. Ook een boerenkar of koets behoort tot de mo- gelijkheden of een bus waarin de nabestaanden samen met de overledene naar de bestemming rijden.’
Haagse Cowboy (Het Uitvaartwezen juli 2011)
Hoe lang bestaat de onderneming?
“Mijn overgrootvader was timmerman en verkocht grafkisten. Atropos Uitvaartzorg is in 1920 door mijn opa gestart. In 1970 nam mijn vader het bedrijf over. Wij gingen boven de rouwkamers wonen. Op mijn achttiende ben ik in de zaak gegaan. In 1978 hebben we het pand naast de rouwkamer gekocht. Daarmee werd het deels bedrijf, deels onze woning.”
Welke ontwikkeling maakt het bedrijf momenteel door?
“We zijn self supporting: we hebben een eigen rouwkamer, een wagenpark en we doen zelf het drukwerk. Sinds 1994 draaien we met drie uitvaartverzorgers diensten. In de praktijk verzorg ik 35 procent van alle uitvaarten zelf. Deels omdat er om mij persoonlijk gevraagd wordt, maar ook omdat dit het deel van het vak is, waarin ik me het gelukkigst voel. We zijn nu bezig met een vacature. Ik zoek een jong iemand die het niet erg vindt dat ‘de baas’ op de achtergrond meekijkt. We hebben net een renovatie achter de rug. De panden hebben een klassiekere uitstraling gekregen. Komende tijd wordt het wagenpark vernieuwd. Dat is min of meer een uitgegroeide hobby. Ik begon met de rouwcaravan. Daarna kwam de motoraanhanger. We hebben ook een fietsaanhanger, maar die vind ik lelijk. We werken nu aan een nieuw model. Die rouwvervoermiddelen worden maar een paar keer per jaar gebruikt. Maar ze geven ons wel een moderne uitstraling. Verder gaan we een extra ruimte bouwen voor het ongekoeld bewaren van overledenen na thanatopraxie.”
Dus u biedt thanatopraxie aan?
“Onlangs voor het eerst. Als ik jonger was, meldde ik me aan voor een complete opleiding thanopraxie en balsemen, in de VS.”
Van uw site is een tarievenlijst te downloaden. Waarom?
“Waarom niet? Ik kan mijn tarieven immers verantwoorden. Als iemand belt dat het elders goedkoper kan, dan zeg ik: ‘Voor goedkoopte bent u bij ons niet aan het goede adres; wij willen kwaliteit leveren.’ Maar het levert ook wel eens iets op. Onlangs heb ik een kist verkocht aan een nabestaande die helemaal uit Breda kwam om deze op te halen. Hij had op internet naar kisten gezocht en in mijn tarievenlijst de kist gezien die hij wilde hebben. Nu bied ik een korting aan nabestaanden die zelf een kist ophalen. Er is nog een andere reden om de tarieven op de site te zetten: ik vind dat de uitvaartbranche open en eerlijk moet zijn over de kosten. Dat voorkomt rare praat over woekerprijzen.”
Welke nieuwe ontwikkelingen volgt u?
“We willen geen trendsetter zijn. De meeste ontwikkelingen volgen we. Maar niet alle. In 24 uur-kamers zien we bijvoorbeeld niets.”
Welke gevaren bedreigen de branche?
“De koppeling van verzekeren en uitvaarten. Grote bedrijven met managers die niet uit de uitvaartzorg komen. En aan de andere kant starters, die met subsidie of een goed inkomen van de partner, de branche verknoeien. Ze geven veel te veel tijd voor te weinig marge.”
Verliefd, verloofd, getrouwd?
“We zijn dertig jaar getrouwd. Mijn vrouw werkt in de zorg. We hebben drie kinderen, de jongste woont nog thuis. Ze lijken er geen van alle interesse in te hebben om het bedrijf over te nemen. Maar een schoonzoon zit in de assurantiën…
Ik probeer vrije tijd te hebben. Onder andere voor mijn hobby’s: motorrijden, verkeer regelen, Amerika. Omdat ik daar ook zelf auto’s koop, kan ik zakelijk soms met privé verenigen. Dit jaar gaan we er voor de 25ste keer heen.”
Op een andere manier verbinding maken
Corona zet onze wereld op z’n kop. Alles gaat anders nu. Ook uitvaarten gaan op een andere manier dan dat we gewend zijn. We doen het voor elkaar én we doen het samen.
We schrijven nu al een ruime tijd over dat afscheid nemen tijdens het coronavirus anders verloopt dan dat we gewend zijn. Het aantal aanwezigen bij de uitvaart gaat in overleg en is afhankelijk van de actuele maatregelen vanuit het kabinet. Iedereen moet anderhalve meter afstand houden. De afscheidsdienst ziet er daardoor waarschijnlijk anders uit dan dat u als nabestaanden zou willen. Het is al een moeilijke periode rondom het overlijden van een dierbare en nu met het coronavirus wordt dit nog moeilijker. Atropos Uitvaartverzorging wil u daarom op weg helpen om de uitvaart toch zo mooi mogelijk in te vullen. Enkele ideeën:
Livestream update
U heeft er wellicht al eens van gehoord een livestream tijdens een uitvaart. Dit was al enige tijd op enkele locaties mogelijk, maar sinds de corona maatregelen wordt hier steeds vaker gebruik van gemaakt. Ook Atropos Uitvaartverzorging kan indien gewenst voor een livestream tijdens de uitvaart zorgen.
Hoe werkt een livestream om online aanwezig te zijn bij de uitvaart?
Nu met de huidige corona ontwikkelingen wordt er steeds meer gebruik gemaakt van een livestream tijdens een uitvaart. Zo kunnen nabestaanden hun familie, vrienden en kennissen uitnodigen om via internet een afscheidsdienst bij te wonen en zo toch “aanwezig” te zijn via een stream.
Een livestream wordt vooral aangeraden bij de volgende gevallen:
Een livestream is in deze tijd, met de corona maatregelen, een goede uitkomst om ervoor te zorgen dat iedereen “aanwezig” kan zijn bij de uitvaart. Ook bij Atropos Uitvaartverzorging kunt u aangegeven dat u gebruik wenst te maken van een livestream.
Veel begraafplaatsen en crematoria bieden nu Livestreams aan. Ons is gebleken dat de link, die we op de rouwkaart vermelden lastig is om in te tikken. Hiervoor bieden wij nu een oplossing door deze links op onze websites te plaatsen.
U vindt deze links op onze website; kies in het menu Corona en daarna de afbeelding Livestreams. Zoek op de pagina met de links naar de livestreams de juiste op en ga naar deze stream toe. Afhankelijk van het gebruikte systeem moet u soms nog codes invullen. Deze codes staan vermeld op de rouwbrief of worden u apart versterkt.
Meer informatie
Wilt u meer informatie omtrent livestream tijdens een uitvaart? Of heeft u bepaalde wensen en wilt u deze bespreken? Neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op. Atropos Uitvaartverzorging verzorgt alle uitvaarten naar wens en in uw stijl.
Nederlandstalige uitvaartmuziek
Wanneer een dierbare overlijdt, begint een periode van rouw. Naast alle emoties in deze periode, is er een afscheid wat geregeld moet worden. Praktische zaken zullen moeten worden afgestemd, onder andere hoe de uitvaart eruit moet komen te zien. Atropos Uitvaartverzorging ondersteunt u bij het regelen van deze zaken. Vrijwel altijd worden er tijdens de uitvaart diverse uitvaartmuziek gedraaid. Soms zijn deze nummers door de overledene al in eerder stadium geselecteerd, in andere gevallen is het aan de nabestaanden om zo passend mogelijke muziek uit te kiezen. Nederlandstalige uitvaart muziek is populair als specifieke genre uitvaartmuziek.
De mooiste Nederlandstalige uitvaartmuziek
De mooiste Nederlandse uitvaart muziek biedt veel mensen steun. In onze eigen taal kunnen we vaak beter zeggen wat we voelen. De boodschap komt vaak beter aan. Voorbeelden van liedjes die tegenwoordig tijdens uitvaarten veel gedraaid worden zijn “Mag ik dan bij jou” van Claudia de Breij, “De Vlieger” van André Hazes en “Papa” van Stef Bos. Dit zijn stuk voor stuk nummers die heel veel mensen aanspreken. Voornamelijk omdat de teksten zo herkenbaar zijn en voor iedereen te volgen.
Kortom, er is ongelofelijk veel uitvaartmuziek waar u uit kunt kiezen. Neem de tijd om de juiste Nederlandstalige uitvaartnummers te vinden en geef hiermee uw dierbare een passend en muzikaal afscheid. Om u te inspireren hebben we hieronder 20 voorbeelden van Nederlandstalige nummers in willekeurige volgorde op een rijtje gezet.
“Afstand”
Het afgelopen jaar heeft het woord “afstand” een aparte lading gekregen. Meer dan ooit realiseren wij ons wat het nu betekent, dankzij het Corona-virus. Wennen aan wat niet meer kan, ofwel alles wat nu anders is.
Beperkt aantal personen bij een uitvaart
Samenkomen met grote groepen zit er momenteel nog niet in. Zoals iedereen na een persconferentie van Mark Rutte en Hugo de Jonge, moeten ook wij uitvaartverzorgers de nieuwe regels op ons laten inwerken en maken we een keer op keer de balans op. Van 30 personen, naar onbeperkt aantal personen. Om vervolgens begin deze maand weer terug te gaan naar maar weer 30 personen bij een uitvaart. Sinds kort is het weer mogelijk om weer 100 personen bij een uitvaart te hebben. Zolang we maar die 1,5 meter afstand kunnen waarbogen. We zorgen samen met de aanwezigen dat het verantwoord maar warm is. Het valt niet mee, we moeten vaak schakelen tussen de maatregelen en de emoties.
Juist in de periode van verlies en verdriet hebben mensen behoefte aan die schouder, arm of een knuffel. Fysieke troost wordt erg gemist in deze periode, maar alternatieven die bedacht worden zorgen ook voor ontroering, warmte en troost.
Intiem afscheid
Het afscheid nemen met alleen de familie kan heel intiem zijn. De sfeer is eigen, de verhalen en gesprekken zijn ontzettend persoonlijk. Van het organiseren van een afscheidsbijeenkomst is de familie u weer meer bezig met het echte afscheid voor henzelf.
Het laten weten dat je mee leeft
Een knuffel kan niet meer gegeven worden. Een glimlach, oogcontact, een handgeschreven kaart of een goed gesprek in de dagen na de uitvaart. Er is zoveel mogelijk om te laten weten dat je met iemand meeleeft. Ingetogen en misschien nog wel intenser dan het handen schudden en weer doorlopen, wat we voorheen gewend waren.
Atropos wenst iedereen veel troost en verbondenheid in deze corona-tijden.
Update Corona Maatregelen – vanaf 9 november
Deze blog gaat helaas weer over de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus.
Vanaf maandag 9 november is de groepsgrootte voor uitvaarten weer beperkt tot 30 personen. Dit zal voor veel nabestaanden een puzzel worden welke familieleden zij kunnen uitnodigen. In heel bijzondere gevallen kan de burgemeester een ontheffing verlenen. Deze mogelijkheid is er gekomen omdat de regering wil voorkomen dat er grondrechten van mensen worden afgenomen. Te verwachten is dat deze ontheffing zal worden verleend aan uitvaarten van overledenen met nabestaanden uit grote gezinnen en een sterke religieuze binding.
Ondanks dat wij begrijpen dat alle maatregelen ter bestrijding van het virus voor nabestaanden heel beperkend zijn, proberen onze medewerkers de uitvaarten zo veilig mogelijk te laten verlopen. Wij zien bijna dagelijks dat dit voor nabestaanden nauwelijks is te volgen. Juist na een overlijden wil men elkaar steunen. Het is bijna onmenselijk om families in hun verdriet niet toe te staan elkaar te omhelzen.
Ook voor de uitvaartverzorger is het een moeilijke tijd. Omdat we geen handhavers zijn moeten wij helaas soms dingen laten gebeuren. De uitvaartverzorger weet natuurlijk welke risico’s hieraan verbonden zijn. Ook voor zijn of haar eigen gezondheid. Medewerkers in de uitvaartzorg moeten vaak samenwerken. Niet alleen vanwege fysieke beperkingen, maar ook vanwege het feit dat je soms, in dit vak, elkaars steun nodig hebt. Om deze reden werken uitvaartverzorgers vanuit het kantoor. Een besmetting van een uitvaartverzorger kan er voor zorgen dat collega’s besmet raken. Dit zou betekenen dat de continuïteit van het bedrijf in gevaar zou kunnen komen. Daarom heeft Atropos besloten om het bedrijf op te splitsen in wat ze in de sportwereld ‘bubbels’ noemen.
Drie bubbels, die geen contact met elkaar mogen hebben anders dan via de telefoon. Wij proberen om nabestaanden hier zo min mogelijk mee te belasten. Helaas is het bijna onmogelijk om alle werkzaamheden zodanig in te delen dat medewerker niet gelijktijdig op het kantoor aanwezig zijn. Gelukkig is Atropos gevestigd in twee naast elkaar liggende panden en dat maakt het mogelijk dat medewerkers uit twee verschillende bubbels tegelijkertijd aanwezig zijn. De medewerkers zullen ook dan alleen via telefoon contact met elkaar houden en zich terugtrekken als de andere medewerker komt. Dit lijkt misschien wat vreemd, maar zo blijven ervoor zorgen dat u een beroep op ons kunt doen.
Update over de corona maatregelen – vanaf 29 september 2020
Deze – vernieuwde – maatregelen zijn in gegaan vanaf 29 september 2020.
Vanaf 29 september 2020 heeft het kabinet de maatregelen weer aangescherpt. Dit naar aanleiding van de stijging van de besmettingen in ons land. Dit betekent voor uitvaarten het volgende:
Natuurlijk geldt bij al deze uitzonderingen wel de regel dat er rekening gehouden moet worden met de 1,5 meter afstand tussen personen en de adviezen van het RIVM ten aanzien van zingen en ventilatie in gebouwen.
Wanneer de condoleance op dezelfde locatie plaatsvindt als de uitvaartplechtigheid, gelden dezelfde regels als eerder genoemd in dit bericht. Wanneer het plaats vindt op een andere locatie, dan gelden de regels voor de maximale groepsgrootte van 30 personen binnen en 40 personen buiten. Als de bijeenkomst plaats vindt in een eet- en drinkgelegenheid, dan gelden de gewone regels voor de horeca. Dit wil zeggen: Er kan niet gereserveerd worden voor gezelschappen van meer dan 4 personen of 1 huishouden.
Met betrekking tot het aantal mensen die aanwezig mogen zijn bij een uitvaart is het volgende belangrijk om te weten:
Het maximumaantal bezoekers aan een uitvaart hangt af van de plek van de uitvaart. Aanwezigen moeten altijd 1,5 meter afstand kunnen houden en een vaste zitplaats hebben. Er geldt geen maximum aantal personen als: iedere bezoeker zich aanmeldt en iedere bezoeker bij aankomst een gezondheidscheck krijgt. Wanneer dit niet gebeurt, geldt er een maximumaantal van 100 bezoekers bij een uitvaart binnen of 250 bezoekers buiten.
Let op: Personeel van Atropos Uitvaartverzorging of de medewerkers van de begraafplaats of het crematorium tellen niet mee.